MG-specials “het Cicel Kimber virus”

Zo nu en dan zie je in boeken of classic car magazines wel eens een foto of artikel over een speciale MG. Meestal wordt mijn interesse hierdoor opgewekt, maar soms gaat het alleen maar om een foto en alle verdere informatie ontbreekt. Dus ben ik een beetje in mijn archief en op het internet gaan zoeken, en het is verbazingwekkend wat je er allemaal tegenkomt. Er is sinds het ontstaan van het merk MG heel wat afgeknutseld om van een standaard auto iets speciaals te maken. Het begon eigenlijk allemaal bij Cecil Kimber Toen hij in de twintiger jaren van de vorige eeuw als sales manager bij de Morris Motor Company werkzaam was ontwikkelde hij al een aantal speciale carrosserieën en liet die op een Morris chassis bouwen. Zijn belangrijkste wapenfeit uit deze beginperiode was de sportwagen die bekend werd onder de naam “Old Number One”. Het was niets anders dan een Morris chassis met daarop een lichtgewicht gestroomlijnde carrosserie een aangepast motorblok. Deze wagen werd in 1925 geregistreerd en kreeg het kenteken FC 7900 mee kort daarna werd deze special ingezet bij de zg. “Lands end Trial” en Kimber die zelf in deze wagen reed finishte op de eerste plaats en won daarmee de gouden medaille.
Dit succes bevorderde sterk de interesse bij het grote publiek wat zich weer kenbaar maakte in de verkoopcijfers. Uiteindelijk was dit in 1928 aanleiding tot de oprichting van een eigen afdeling met de naam MG Car Company in Oxford. Hier werden vooral sportwagens gebouwd en Cecil Kimber werd in 1930 de Managing Director. Maar ik wil in dit artikel niet alle speciale typen die door de fabriek gemaakt zijn behandelen, maar vooral de wagens die wel als MG type…… gebouwd zijn, maar later door privé eigenaren of kleine bedrijven weer omgebouwd zijn. Een fraai voorbeeld van een pre war special is de MG PA/PB 1667 die in 1935 al als geprepareerde race car de fabriek verliet, en ingezet zou worden voor Le Mans en Brooklands. Later nam deze wagen deel aan diverse trials en was een van de bekende wagens uit het z.g.. “Three Musketiers Team”. Ook werd de motorinhoud gewijzigd van 847 tot 939 cc. Deze MG werd toen aan de Amerikaanse verzamelaar Miles Collier verkocht en die gaf de fabriek opdracht om voor het transport naar de USA nog enige modificatie aan te brengen waaronder de installatie van een Marchall supercharger. Met de naam “Leonidis” nam hij deel aan diverse races die georganiseerd werden door de ARCA (Automobile Racing Club of America) Vele races werden toen door hem gewonnen. Nadat deze MG in 1937 een ongeval kreeg waarbij de originele carrosserie door een New Yorkse taxi aan diggelen werd gereden gaf hij een vriend van hem opdracht om een nieuwe carrosserie te bouwen. Deze vriend werkte toen bij de Grumman Aircraft company en hij gebruikte alle aerodynamische technieken die er toen bekend waren om er een perfect uitgebalanceerde body van te maken. En persoonlijk vind ik dit nog steeds een van de mooiste klassieke specials.

Ook werden er in die tijd door diverse coachbuilders andere body’s op het MG chassis gebouwd. Een bekend voorbeeld is de MG TA Park Ward van ons clublid Hemmo de Groot. Het betrof hier een eenmalig gebouwd exemplaar, die bedoeld was masterpiece van de coachbuilder James Ward. Deze versie werd in 1946 nog een keer gewijzigd en van langere spatborden en een meer gestroomlijnde grill voorzien.
Een andere bekende naam is die van de firma Stanley Arnold, dit was een Amerikaanse zakenman die o.a.. de MG TD met een door Bertone ontworpen carrosserie verkocht. Er zijn in de vijftiger jaren 67 coupe modellen en 36 cabrio’s van deze MG special gebouwd. Ook de SA van de Zwitser Keller is een heel mooi voorbeeld, deze carrosserie was afkomstig van de firma Reinbolt and Christe uit Basel. Er bevind zich inmiddels een nieuw gebouwd exemplaar in Nederland en een tweede en tevens laatste die er waarschijnlijk in de UK nagebouwd wordt is in bestelling.

Andere bekende namen uit de UK die vaak in opdracht van de MG Car Company wagens van een ander uiterlijk voorzagen waren oa. Charlesworth Motor Bodies Ldt, en Salmons and Sons, die de Tickford carrosserieën maakten. Maar ook ontwerpers zoals Allingham, hij liet bij de firma Carbody’s de beroemde Airline coupe bouwen die later op het chassis van de PA/PB en NA/NB en 1 MGTA werden geplaatst.
Vooral in Amerika en Australië was men zeer actief met het ombouwen van MG’s.
Dit had vooral te maken met het feit dat sportscar races in de naoorlogse jaren een erg populaire hobby werd. Soms kwamen er wel meer dan honderdduizend toeschouwers op deze races af die vaak op straten circuits werden georganiseerd. De bochten werden dan met een paar strobalen afgezet en de start en finishplek lag vaak in de hoofdstraat van een dorp of stad. Vele merken sportscars met grote verschillen in motorinhoud en gewicht schreven voor deze races in en dit maakte het voor MG T-type rijders noodzakelijk om hun auto’s aan te passen en te tunen.

En een MG T-Type was nou eenmaal een low budget sportscar dan hield je nog wat geld over voor tuning of een andere body. De resultaten varieerden van zeer fraai tot erg lelijk. De wagUSA Elkhart Lake roas race 1950ens die voor races werden ingezet ondergingen al snel aanpassingen om de carrosserie lichter te maken, vaak werden dan de lange spatborden met de treeplanken verwijderd en soms vervangen door de z.g. cycle wings. De voorruit en de zijpanelen van de motorkap werden er af gehaald voor gewichtsbesparing en extra koeling. Vaak verwisselde men ook de velgen, want met een kleinere diameter velg kon men dikkere banden monteren. Maar ook werd er onder de motorkap heel wat afgeknutseld en menige motor werd opgeboord, en met grotere carburateurs of soms met een compressor uitgerust.
Maar uiterlijk bleef de wagen meestal wel herkenbaar als een MG. Clubleden die bv. wel eens op een circuit komen zoals Silverstone, de Nurburgring of Angouleme zien deze racers nog regelmatig voorbij komen. Vooral in Engeland zijn nog veel van deze T-Types die als special racer omgebouwd zijn te vinden, maar vooral de Amerikanen gingen veel verder met hun hobby voertuig.

Om in al dit racegeweld nog competitief te blijven werden de XPAG motoren steeds verder opgevoerd. Mooie voorbeelden zijn de bijna onverslaanbare MG-R1 van Ken Miles , de TC racer van Bob Gillespie de en die van John Edgar. Deze Amerikaan was vanaf 1948 een bekende verschijning op menig circuit. Eerst had hij zijn wagen superlicht gemaakt door al het overbodige eraf te halen de motor werd opgevoerd en uitgerust met een Arnott compressor. Tijdens zijn eerste race was hij in staat was om er 93 miles per uur mee te rijden. Stel je eens voor bijna 150 km/h. in een TC. Dit feit maakte hem zo enthousiast, dat wij zich voorgenomen had om er de snelste MGTC van Amerika van te maken en de motor werd nog verder opgevoerd. Omdat hij altijd met het start nr 88 reed kreeg zijn wagen al snel de bijnaam MG 88 Special. Jaren lang bleef hij bijna onverslaanbaar en wist zelfs TC’s voor te blijven die met een V8 motor waren uitgerust. De later bekende formule 1 wereld kampioen Phil Hill reed aan het begin van zijn race carrière ook met een V8 MGTC, en John Edgar lied hem vaak de achterkant van zijn MG zien. In 1951 werd de motor nog verder opgevoerd en met een speciale stalen krukas voorzien. Ook bouwde hij er een andere Italmechanica blower op die in die tijd voor $ 277 als T-Type accessoir werd verkocht. Tevens werden er inter-koelers die uit een vliegtuig afkomstig waren opgezet. Dit resulteerde dat Edgar er bij vol gas 12 Lbs druk en 12.000 toeren uit wist te persen, maar erg lang ging dit niet goed en tijdens zijn eerste race met deze aanpassingen kwam de TC al snel stil te vallen en de Koelvloeistof spoot er aan alle kanten uit. Hij bood toen deze racer in 1952 in het blad “Road and Track” aan voor $ 4500,- maar de wagen werd niet verkocht. John Edgar besloot daarom toch met deze TC nog verder te gaan racen.
Hij liet de wagen ombouwen door de Mc Affee race shop uit Holywood die vooral bekend werden door het ombouwen van Porsche’s. Daar werd er een speciale body op gebouwd en met deze carrosserie en een nieuwe XPAG motor werden nog vele jaren race successen geboekt. Uiteindelijk werd deze wagen in 1958 totaal vernietigd tijdens de filmopnamen van Stanley Kramers film “On the beach” met Gregory Peck, Ava Gardner en Fred Astraire.
Op de website van Sports Car Digest staat een zeer interessante 14 pagina’s tellende reportage over deze wagen.

Op YouTube zijn de laatste momenten van deze special te zien bij On the Beach Grand Prix. De wagen was toen voor een deel wit gespoten en had een ander start nummer. Het was natuurlijk maar een filmscène, maar het geeft een goede indruk hoe wild het er in die tijd aan toe ging tijdens races.
Ook bied de website Racing Sports Cars veel informatie over de behaalde race successen op Amerikaanse circuits door het merk MG.

Vooral begin van de jaren vijftig zijn er veel MG’s tot racer omgebouwd. De Amerikaan David V Uihlein ging daar ook heel ver in. Hij gebruikte het chassis van een TD en bouwde daar een gestroomlijnde body op. Ook de motor werd flink aangepakt want hij gebruikte alleen het onderste gedeelte van het XPAG motorblok. Daarop werd een totaal nieuw door hem zelf ontworpen cilinderkop met 2 bovenliggende nokkenassen gemonteerd. Het aantal paardenkrachten ging daardoor met 90 omhoog tot +/-144 pk. Het lag in zijn bedoeling een aantal van deze speciale TD’s te bouwen. Tevens konden dan de speciale Uilhein motorbokken aan andere MG bezitters die niet tevreden waren met het vermogen van hun wagen los verkocht worden. Tot massa productie is het echter nooit gekomen, deze wagen is nu nog steeds in bezit van de bouwer.

Ook werden bij deze MG specials soms de motorblokken vervangen is door een motor van een ander type of merk. Er werd in die tijd ook geracet met MG T-Types die uitgerust waren met een V8 motor. Deze MG’s reden wel erg hard maar of dat alle andere zaken zoals de besturing en de remmen dit geweld aan konden blijft de vraag. De bekende auto verzamelaar Jay Lenno bezit ook een TC met een V8 motorblok.
Persoonlijk vind ik de Ardun TC een erg fraai voorbeeld van een streetversion TC met een V8. Deze wijzigingen zijn aangebracht door de SO-CAL Speed Shop uit Phoenix California, dit is eigenlijk een hotrod tunningbedrijf. Hoe men dit dikke Ford motorblok uit 1940, met de speciale Ardun overhead valve conversion waarvan er maar 21 gemaakt zijn onder de relatief smalle motorkap gekregen heeft getuigd wel van het nodige vakmanschap. Ook zijn er AC-Alfin remtrommels opgezet, en het stuurhuis is van een Corvair. Dit is ook een van de weinige TC’s waarbij het stuur van rechts naar links is omgebouwd.

Ook de MG TD specials die in 1950 door Harry Lester werden gebouwd zijn het vermelden waard, deze wagens hadden een fraai vormgegeven aluminium carrosserie. Het XPAG motorblok werd opgeboord tot 1467 cc. Met een speciale Westlake cilinderkop nam het vermogen tot ruim 100 pk toe. Het chassis werd tevens iets aangepast, hij bouwde er de zg. sliding trunnion achterveren op die ook op de MG-TA gebruikt werden. In totaal werden er 20 MG Lester racewagens gebouwd, Deze werden in de UK, Amerika en Canada bij races ingeschreven.
Er zijn er nu nog slechts 6 stuks van overgebleven.

Sommige race liefhebbers investeerden wel heel veel geld in hun hobby zoals David Ash, deze Amerikaan ontwikkelde een MG TD special in samenwerking met Inskip Motors, dit was de MG importeur voor de westkust van de USA. Hij vond de body van de originele TD tamelijk ouderwets, en ook zo aerodynamisch als een baksteen. Als men naar andere merken uit deze tijd kijkt dan klopt dit ook wel. Zijn idee was om een racewagen te bouwen die de competitie aankon met andere merken die bij races in die tijd ingezet werden zoals de Porsche 550 spyder en de Osca MT4. Aan de Italiaanse carrosserie Firma “Carrozzeria Motto Coachworks” die ook de carrosserieën voor Ferrari bouwde werd de opdracht gegeven om drie nieuwe body’s te bouwen. Twee daarvan zijn op een speciaal gemaakt buizen chassis gezet, en een op het originele TD chassis. Alle drie specials werden uitgerust met een XPAG motor, die weer bij het MG racing department in Engeland werden besteld. David Ash beschikte waarschijnlijk over genoeg dollars want dit zal ook in die tijd niet goedkoop geweest zijn. Grote race overwinningen bleven echter uit, en veel meer dan een vijfde plaats bij de 12 uurs race van Sebring in 1954 zat er niet in. Maar het bleef een prachtige race auto die sterk leek op de nu zeer kostbare Ferrari 166 M Barcetta.

Ook werden regelmatig de relatief goedkope MG XPAG motoren door andere merken gebruikt in hun specials. De bekende Engelse firma Cooper ruste diverse specials uit met een getunde XPAG motor, maar deze wagens kregen niet de naam MG mee maar werden ingezet onder de naam Cooper special. Het aantal race specials is zo groot dat ik er een extra clubblad mee kan vullen, vele daarvan zijn helaas verloren gegaan. Hierbij een aantal namen van MG specials waar ik geen verdere historie van ken. Als je interesse hebt Google dan eens naar de Adran B 1949 TC special Astralia, Boast TC special, Gastelow TC special, Patterson & Brydon 1948 TC, John Blanden TC Australia, Gillespe TD sport, Convai TC special, Buchanan MG specials en de Spider Flo Fatman TC specials uit South Africa.
Ook zij er MG specials gebouwd waar niet mee geracet werd maar die voor andere doeleinden zijn gemaakt. Dit zijn bv. Een aantal T-Types die als pick-up werden omgebouwd. Meestal werd dit door een MG dealer gedaan die deze wagen dan voor reclame doeleinden bereed. In Ons land bevind zich een Y type die als takelwagen is omgebouwd. Een MG TC uit California is als gesloten bedrijfswagen met een speciale body voorzien in de style van de MGM High speed bedrijfswagen uit 1932.
Om door het sterk toegenomen gewicht van deze carroserie de TC nog een beetje vooruit te krijgen werd er een Shorrock compressr opgezet. De carrosserie werd in brown/cream gespoten en kreeg het bekende “Safety Fast”logo mee.

Een ander voorbeeld is de Inskip TD, deze werd door een MG importeur aan de oostkust van Amerika omgebouwd tot 4 zitter. De body werd doormidden gezaagd en verlengd, wel moesten er langere deuren en treeplanken voor gemaakt worden.
Ook werd er een verlengde cabriokap opgezet die een beetje achteraan de carrosserie bungelde, dit was noodzakelijk voor het plaatsen van de achterbank. Voor de rest bleef deze wagen wel duidelijk als MG TD herkenbaar. Maar als de cabrio kap omhoog geplaatst werd dan was een niet erg fraai geheel, er zij er totaal 12 stuks van gebouwd.

Wel wil ik nog een MG special nader omschrijven, dat is de wagen van Dan Leonard. De in Texas USA wonende Bell helikopter engineer Charles W Bowen schafte deze TC nr 7576 in 1949 nieuw aan. Na enkele jaren kreeg hij in 1951 het idee om zijn wagen om te bouwen tot TC racer. Hij heeft er toen een fraaie lichtgewicht aluminium body met cycle wings voor gebouwd, de kuipstoelen waren zelfs afkomstig uit de Bell 47 helikopter (bekend uit de serie Mash) hij moest deze middendoor zagen en weer aan elkaar lassen om ze passend te krijgen. De motor is nog tamelijk origineel maar wel getuned met 1.5”SU carburateurs en een speciaal gelast spruitstuk. De huidige eigenaar is van plan om er een sterkere XPAG motor in te gaan bouwen. Mooie gedetailleerde foto’s staan op de site British Race Car

Brudelin en Thomas MGTC specialJoe Gunderson MGA Le Mans specialwakefield Gillett MGTC

Natuurlijk is dit ombouwen van MG’s niet iedereen zijn ding. Voor de echte puristen is dit zelfs vloeken in de kerk. Er zijn altijd fanatieke MG bezitters bij die nog beweren dat ze de originele Engelse perslucht in de banden hebben zitten. Of ze daar echt gelukkiger van worden weet ik niet. Zelf was ik ook vele jaren heel erg fanatiek wat originaliteit betreft, en in de tijd dat ik regelmatig aan concoursen deelnam moest ieder detail zo origineel mogelijk zijn. Eind van de jaren negentig begon ik zelf ook mijn TC een klein beetje om te bouwen. Dit virus zit al jaren in mijn bloed want vanaf de tijd dat ik mijn eerste bromfiets bezat (een Thomos) was ik al snel ontevreden met het dertien in een dozijn uiterlijk en werd er heel veel aangepast, verchroomd en gepolijst. Later toen ik een rijbewijs had moest mijn Mini Cooper S er ook aan geloven. Persoonlijk vind ik het model van de MGTC waar ik aan het begin van mij hobby het meeste door geïmponeerd werd nog steeds het mooist. Het was in 1951 ook een van de acht tentoongestelde auto’s in het New York Museum of Modern Arts tijdens de tentoonstelling “Aesthetics and the form of the motorcar”
En juist vanwege deze fraaie klassieke vormgeving zal ik niet zo snel de lange spatborden eraf gaan halen om die te vervangen door cycle wings. Maar verder heb ik er al heel wat wijzigingen aangebracht die vooral ten voordeel waren voor het vermogen, comfort en de veiligheid. Tevens heb ik ook heel wat accessoires aangeschaft, wel probeer ik zoveel mogelijk van time period producten gebruik te maken zoals je die op oude foto’s of in advertenties uit die tijd tegenkomt. En er is nog heel wat te koop als je goed zoekt, en soms het geluk hebt dat je iets speciaals tegenkomt. Zelf vond ik in Beaulieu nog een originele Laystall aluminium tappet cover met koelribben, (zie foto Ulhein XPAG) deze werden door dezelfde firma geproduceerd die ook de aluminium cilinderkoppen voor XPAG motoren maakten. Deze zijn nu weer in productie genomen en worden via diverse MG leveranciers verkocht. Ook de zg. Derrington uitlaat spruitstukken en de Alfin remtrommels bekend uit de 50er jaren zijn weer te koop. Maar om een goede compressor uit die periode te vinden wordt al erg moeilijk. Aanpassingen blijven tenslotte altijd een persoonlijke keuze van de eigenaar zelf. Als ik ooit nog een MG zou gaan restaureren dan wordt dit zeker een special. De Engelse firma Compount Curvators biedt een complete nieuw gemaakte aluminium race body voor een T type chassis aan. Bij deze firma heb ik ook de MG K3 type kuipstoelen en de extra luchtinlaat voor de motorkap laten maken. Meestal scoren de MG specials tijdens concoursen meer punten, en worden bij verkoop ook hogere prijzen genoteerd.
Een mooie klassieke MG special is toch wel heel special.

Met dank aan Stanley Daamen